Tweeduizend jaar geleden overleed de Italiaanse
dichter Ovidius. In de eerste jaren van onze jaartelling voltooide hij zijn
METAMORPHOSEN.
In die fantasierijke verhalen vertelt hij hoe meisjes
bomen worden. Of vleermuizen. En hoe jongens uitgroeien
tot zwanen of tot een hert.
En dat allemaal tegen de achtergrond van een druk
universum waarin goden, nimfen en mensen ofwel in de netten van de liefde,
ofwel in de kluisters van de haat en wraak gevangen zitten.
De grondgedachte van de metamorphosen blijft: ‘alles
beweegt, niets blijft en niets vergaat…’
Pakweg 2000 jaar later hebben de cursisten van de
opleiding Schrijven aan onze academie ook hun verbeelding aan het werk
gezet Zij schreven een tekst waarin een gedaanteverandering
zit verwerkt; de ene keer al opvallender dan de andere keer.
Voorwaarde 7, paragraaf 8
Maandag 10 april, 6 uur in de
ochtend. De wekker rinkelt. Bart schuift met één hand over de nachttafel. Onder
druk van de hand zakt deze iets naar beneden, en komt dan zachtjes terug op
haar plaats.
Verwonderd opent hij één oog. Dan meteen het tweede. De nachttafel zweeft. Wat verder ziet hij de
andere meubels van zijn loft hangen. En de wekker.
In een reflex wil Bart gaan zitten, maar botst met zijn hoofd hard tegen het
plafond.
“What the hell!” roept hij.
Even gaat hij in “freeze”. Zijn ogen speuren de omgeving af. Dan rolt hij zich
voorzichtig naar de bedrand. Vijf meter onder zich ontwaart hij de
loftvloer.
Snel laat hij weer zijn hoofd op het kussen zakken. “Ik word zot,” denkt
hij.“Zot!”
Fors zet hij zijn voeten tegen het plafond en duwt hij het bed waarop hij ligt naar
beneden. Hij wringt zich vantussen het bed
en het plafond. Het lukt.
Met zijn voeten tegen het plafond stapt hij naar de dichtstbijzijnde muur. Daar
grijpt hij de haak van een reusachtig schilderij, en trekt zich naar omlaag.
Zijn hand strekt zich uit naar een deurklink, maar die hangt net buiten
reikwijdte.
“Verdomme,” vloekt Bart. “Schijtloft.”
Hij stapt verder naar een hangkast aan de andere kant van de deur, en probeert
het nog eens. Ditmaal met succes. Bart wurmt zich door het deurgat, en komt in
de gang. Gelukkig is het plafond daar veel lager. Het lukt hem relatief vlot de
huisdeur te openen.
Ondersteboven hangt hij in de deuropening en kijkt naar buiten. Mensen haasten
zich naar hun werk. Niemand schijnt hem te zien.
“Alarm!” schreeuwt Bart. “Alarm!”
Een paar voetgangers draaien hun hoofd opzij, bekijken hem met vreemde blik en
stappen verder. Enkele mensen lachen.
Dan gaat zijn gsm af. “Verdomme, lag op mijn nachttafel...,” zucht Bart. Hij
volgt dezelfde weg terug: gang, deur, hangkast, leefruimte. Het lukt beter dan
voordien. Ook op het plafond lijkt al wat vlotter te gaan.
Zijn gsm zweeft naast de Sanseveria. Bart neemt op.
“Fijne goedemorgen mijnheer De Zwever,” zegt een wat trillerige vrouwenstem. “U
spreekt met het Nationaal Agentschap Zwaartekracht Aangelegenheden. NAZA dus,
met een Z. Niet te verwarren met NASA. Hoe voelt u zich?”
“Wel...compleet ondersteboven eigenlijk.” antwoordt Bart.
“Mag ik u even feliciteren? U werd geselecteerd voor een belangrijk
wetenschappelijk experiment, gericht naar woningen met ultrahoge zoldering. Via
gerichte stralen vanuit een satelliet keren we voor 24 uur de zwaartekracht
om. Zo creëren we een nieuwe soort
dubbelwoningen, waarbij één woning zich op de grond situeert en een andere op
het plafond. U doet momenteel mee aan de
allereerste proef. Geweldig, niet? Vertel eens, mijnheer De Zwever...wat is er
zo fijn aan plafondwonen?”
“Niets, mevrouw Naza. Ik wil
terug met mijn voeten op de aarde. Ik moet naar het werk gaan...En bovendien
heb ik geen tijd voor vragen... mijn huisdeur staat nog open!”
“Maakt u zich daar maar geen zorgen over, hoor! Uw werkgever is één van onze
grootste aandeelhouders. Hij heeft u aanbevolen. En het telt voor werkuren, dat
heeft hij ons verzekerd.”
Bart weet even niet wat zeggen.
“Mijnheer De Zwever?”
“Mevrouw... Luister eens... Zeg tegen uw klote-aandeelhouder dat hij zelf aan
het plafond gaat hangen! En hij mag meteen ook mijn ontslagbrief klaarleggen.
Ik heb er genoeg van!”
Aan de andere kant van de lijn klinkt er geroezemoes.
Een man neemt over. “Hallo Bart, zo heet je toch he? Ik ben Fieliep. Fijn je te
leren kennen! Bart, ik moet je feliciteren. Je bewijst de wetenschap momenteel
een onschatbare dienst. Die vierentwintig uur zijn zo om, je zal het zien.
Vannacht schakelen we de satelliet stap voor stap uit en dan komt je bed netjes
terug op zijn plaats. Deal?”
“Nee!” zegt Bart. “Ik vraag u uitdrukkelijk om nu onmiddellijk met dat idiote
experiment te stoppen.”
“Maarmaarmaar...denk toch niet enkel aan jezelf, beste kerel. Denk aan de
positieve gevolgen voor de woningmarkt! Je naam in de krant...”
“Neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee zeg ik!”
“Komaan, Bart. Dit is waarschijnlijk het belangrijkste dat je ooit in je leven
zal doen! Dat ga je toch niet laten schieten, zo'n kans?”
“Hoort ge niet goed, vent? ZET-DIE-SATELLIET-AF!” Barts lippen trillen van
woede.
“Oké dan...Je huisdeur stond open zei je? Dat is alvast conform voorwaarde 7
paragraaf 8. Over de aansprakelijkheden als de klant zelf verzoekt de noodknop
in te drukken. Wij verwittigen uiteraard de nodige diensten...”
“Ik weet van geen voorwaarden. Dat interesseert mij ook niet. Ik wil naar
beneden.”
“Door mee te doen aan het experiment heb je je er automatisch mee akkoord
verklaard.”
“Luister eens nazalul. Stop die voorwaarden ergens waar het licht niet komt. En
ik herhaal het nog één keer: stop! Nu!”
“Goed Bart, daar gaan we dan! Ik druk op de noodknop! Spoedig herstel, Meneer
De Zwever”
© Patrice